Bereidingswijze
- 1 Snijd het rundvlees in blokken van 4 x 4 cm. Snijd de galangalwortel in dunne plakken en kneus het citroengras.
- 2 Voeg in een blender de ingrediënten voor de boemboe toe. Maal de ingrediënten tot een fijne pasta. Zet opzij.
- 3 Verwarm op middelmatig vuur 1 eetlepel olie in een diepe pan. Voeg het citroengras, de limoenbladeren en de gesneden galangal toe aan de hete olie. Bak ze gedurende 1 minuut tot er een aromatische geur vrijkomt. Haal de kruiden eruit, zet opzij.
- 4 Schenk nogmaals een scheutje olie in de pan. Schroei vervolgens het rundvlees aan alle kanten dicht en zet opzij.
- 5 Draai het vuur naar middenlaag en voeg vervolgens de boemboe toe. Bak de boemboe totdat het vocht is verdampt. Meng daarna de kokosnootcrème en suiker bij, roer het geheel goed door. Plaats het rundvlees, citroengras, limoenbladeren en de stukjes galangal terug in de pan, roer nogmaals alles goed om. Doe het deksel gedeeltelijk op de pan, zodat de stoom kan ontsnappen of gebruik bij voorkeur een deksel met openingen.
- 6 Roer regelmatig om en laat het rustig sudderen voor 3 à 4 uur.
Na ieder uur wordt het vlees donkerder en voller van smaak. Zodra het vlees mals is geworden en het meeste vocht is verdampt, haal het deksel er af en draai het vuur naar middelhoog. Roer regelmatig om, zodat al het vocht is verdampt. - 7 De rendang bevat in dit stadium een hoeveelheid olie. Roer voorzichtig het vlees om zodat je in feite het vlees zit te “frituren” en de smaken geconcentreerder maakt. De rendang is klaar als er geen saus meer over is en het een donkerbruine kleur heeft.
De rendang is de volgende dag nog lekkerder, omdat de smaak beter in het vlees is ingetrokken waardoor de smaak voller wordt.