Bereidingswijze
- 1 Scheid de eidooiers van de eiwitten. Zorg ervoor dat dat de kom van de eiwitten vetvrij is en dat er geen enkele eidooiers in zitten.
- 2 Doe de eidooiers in een mengkom, schenk vervolgens de melk, olie en vanille essence bij. Klop met een garde de eidooiers los. Zeef daarna de bloem in de beslagkom en meng het tot een glad beslag.
- 3 Mix in een kom de eiwitten met de cream of tartar tot het schuimig is. Terwijl je blijft mixen, voeg je beetje bij beetje de suiker toe. Mix tot je zachte pieken hebt.
- 4 Voeg in drie delen de opgeklopte eiwitten bij het eidooiermengsel en spatel voorzichtig erdoorheen, zodat er zoveel mogelijk lucht in het mengsel behouden blijft.
- 5 Papieren bakvorm:
Knip 6 stroken bakpapier van 5 cm breed en 30 cm lang.
Leg een strook op de tafel. Knip in de breedte een snee van 2cm diep aan de uiteinde van elk zijde, in tegenovergestelde richting (linksboven - rechtsonder) Maak vervolgens een ring ( ± Ø10cm ) en schuif de uiteindes in elkaar. Herhaal de stappen voor de rest van de stroken. - 6 Smeer de pan in met olie en laat het eerst warm worden. Leg per keer drie ringen in de koekenpan (hangt van de grote van je koekenpan af) Vul de ringen met ¾ beslag en draai vervolgens het vuur naar middenlaag met de deksel op de pan. Bak aan elke zijde ca. 4 minuten tot ze goudbruin zijn. Verwijder de papierenringen.
- 7 Serveer met vers fruit, slagroom en stroop